
Opname: Een jonge moeder belandt op de PAAZ
Na de geboorte van haar dochter Jasmijn wordt Merel opgenomen op de PAAZ. Ze wordt volgestopt met medicatie en heeft het gevoel dat het personeel geen tijd heeft om met haar te praten. De psychiater heeft zijn diagnose postpartum depressie snel gesteld. Ze probeert hem duidelijk te maken dat ze zich geen raad weet met de baby. Waar andere moeders van nature hun kind aanvoelen, tast zij in het duister. Gedurende haar opname komt Merel er steeds meer achter dat het ondoenlijk is om goed voor Jasmijn te zorgen. Ze maakt schema’s om de verzorging in kaart te brengen, haar psychiater constateert een dwangneurose. Hij instrueert de verpleegkundigen om niet in te gaan op haar vragen. Als haar ontslag bekend wordt gemaakt is ze bang dat ze het thuis niet gaat redden. Ondanks een laatste wanhoopsdaad wordt ze naar huis gestuurd.
Opname is een autobiografische roman over verkeerde diagnoses en (soms hilarische) situaties met medepatiënten. Sigrid Landman (1968) is alleenstaande moeder, spreker en schrijver van vijf boeken over autisme.
De auteur heeft het syndroom van Asperger, was getrouwd met een autistische man en ook hun dochter bleek autistisch. In columns en enkele romans schreef ze over het leven met autisme. Ook voor deze roman putte ze uit eigen ervaringen: Merel is pas een maand moeder van Jasmijn als blijkt dat ze door haar autistische stoornis (die echter nog niet is vastgesteld) niet in staat is de baby te verzorgen. Dit leidt tot een opname van drie maanden op een psychiatrische afdeling waar al snel de diagnose ‘post partum depressie’ gesteld wordt. Er worden medicijnen voorgeschreven en een behandelplan opgesteld, waarna ze het met hulp van gezinszorg en vrijwilligers van de kerk weer moet kunnen redden. In een heldere, pakkende stijl en met humor vertelt ze over de gang van zaken op de afdeling, het onbegrip van de verpleging en een psychiater die niet luistert. Het christelijk geloof neemt voor Merel een vanzelfsprekende plaats in. Het boek speelt in het jaar 2000 en het is te hopen dat er sindsdien vooruitgang is geboekt in het herkennen van autistische stoornissen bij volwassenen.
Een cabaretier met een depressie: je zou bijna denken dat het een grap is. Maar de depressie die Mike Boddé begin jaren negentig overviel, was beslist niet om te lachen. De allesverlammende ziekte dwong hem zijn samenwerking met Thomas van Luyn stop te zetten en zijn hele leven kwam in het teken te staan van de vraag: wat gebeurt er in godsnaam met me, en hoe word ik weer beter?
In Pil doet Boddé op zijn volstrekt authentieke manier verslag van deze gitzwarte periode in zijn leven, waarin ook nog eens zijn broer stierf aan kanker. Een boek over een totaal verlies van zelfcontrole, maar uiteindelijk ook over de helende kracht van humor en de farmaceutische industrie. Een verhaal dat Boddé móést vertellen, voor mensen met een depressie en hun omgeving: 'Als ik destijds zo'n boek had gehad, zou ik eerder uit die depressie zijn gekomen.'


De somberheid kan zo zwaar op je drukken dat er gedachten aan de dood zijn.

dr. Erik Jan de Wilde
Goedemorgen, dames en heren. Mijn naam is dus Erik Jan de Wilde. Ik ben psycholoog, werkzaam bij de vakgroep Psychologie van de Leidse Universiteit. Daar werk ik sinds zo'n 5 jaar als universitair docent, onderzoeker en therapeut. Daarvoor werkte ik in Utrecht, in het Wilhelmina Kinderziekenhuis om me als psycholoog en onderzoeker bezig te houden met zelfdoding onder jongeren. Al met al zit ik nu zo'n 15 jaar in het onderzoek naar zelfdoding, suïcide.
Maar dat is niet de enige en ook niet de belangrijkste achtergrond die ik vandaag meeneem bij deze lezing.
Toen ik negen jaar was, nu 27 jaar geleden, sprong Ingrid, mijn zusje toen 15 jaar, van een gebouw af. En zo'n drie jaar geleden werd onze familie opnieuw getroffen door dit onheil en hing Carlo*, mijn zwager zich op aan het stapelbedje van zijn dochtertje. Ik ben dus ook een nabestaande van suïcide.
Lees verder op onderstaande link
http://www.cdenhartog.com/dr_de_wilde.aspx deze link werkt tijdelijk niet

Ieder jaar stappen ongeveer 1600 Nederlanders uit het leven. Om meer inzicht te krijgen in deze met taboes omgeven thematiek ontmoet Alje Kamphuis ook Kris Kamerling, de broer van Antonie en Xandra Brood, de vrouw van Herman en hoogleraar klinische psychologie Ad Kerkhof, gespecialiseerd in suïcidepreventie.
De zoektocht van Alje Kamphuis is indringend en meeslepend en geeft een fascinerende inkijk in de psyche van mensen die een einde aan hun leven maken. Het verslag kan als troost dienen, ervoor zorgen dat op tijd hulp wordt gezocht, tot betere preventie leiden en meer begrip kweken voor personen die - vaak in de war en ziek - tot zelfdoding overgaan.

Er is ook aandacht voor jongeren en scholen rond het thema zelfdoding. Zowel in België als in Nederland is er elke week een jongere te betreuren die door zelfdoding afscheid neemt van het leven.

Met een voorwoord van Bram Bakker
Viktor Staudt heeft een goede baan, houdt zich fysiek en mentaal in conditie met hardlopen en zwemmen en stort zich regelmatig in het uitgaansleven. Ogenschijnlijk gaat het goed met hem, maar wat bijna niemand weet is dat Viktors leven wordt beheerst door paniekaanvallen en depressies. Hulpverleners kunnen hem niet helpen of bereiken. Als Viktor geen uitweg meer ziet, besluit hij op station Amsterdam RAI voor de trein te springen. Hij overleeft de zelfmoordpoging, maar raakt zijn benen kwijt. Het is wrang dat pas ná deze dramatische gebeurtenis een goede diagnose (borderline-persoonlijkheidsstoornis) werd gesteld en Viktor de juiste medicijnen kreeg voorgeschreven.
Het verhaal van mijn zelfmoord is een aangrijpend levensverhaal; een uniek boek voor (familieleden en vrienden van) mensen met angsten en ernstige depressies en voor professionals in de medische wereld.
Viktor Staudt (1969) studeerde na het gymnasium enige jaren rechten en werkte vervolgens tien jaar voor een luchtvaartmaatschappij. Na bijna tien jaar in Duitsland en Zwitserland te hebben gewoond, vestigde hij zich begin 2012 in Italië. Viktor Staudt houdt zich op dit moment bezig met onlinezelfmoordpreventie.

Dit boek behandelt zelfdoding in het licht van de evolutie van de ziel via veertien gesprekken met mensen die een poging tot zelfdoding deden, de nabestaanden van door zelfdoding omgekomenen en therapeuten uit het alternatieve circuit. De gesprekken van de auteur -beeldend kunstenaar, spiritueel coach en schrijfster van een boek over spirituele gidsen- ademen het onverwoordbare en diepe verlies, maar ook de eventuele verrijking van het leven van alle betrokkenen met zelfinzicht en meer bewustzijn. Nogal wat deelnemers voelen zich nog in contact staan met de overledenen en krijgen zelfs waardevolle en ondersteunende boodschappen. Dit leidt vaker tot het oppakken van een nieuw levensdoel of zelfs het inslaan van een spirituele weg. Alternatieve therapeuten kunnen bovendien waardevol zijn door te wijzen op fenomenen als reincarnatie, nieuwetijdskinderen of de zieleschouw via systemisch werk, en de eventuele redenen van een ziel om voor zelfdoding te kiezen. Een makkelijk leesbaar, bij vlagen troostrijk boek voor een brede doelgroep over wat nog steeds een taboeonderwerp is.
http://www.cdenhartog.com/Suicide_Signs.aspx deze link werkt tijdelijk niet

Monique Janssens interviewde zestien mensen die een zelfmoordpoging deden. Daaruit komt een indrukwekkend beeld naar voren van levens vol tegenslag en rampspoed, maar ook van hoop en hervonden kracht. De interviews zijn inspirerend voor hulpverleners en moedgevend voor mensen die worstelen met een doodswens. Voor nabestaanden die de zelfmoord van een geliefde trachten te bevatten, kan het boek een tip van de sluier oplichten.
Jan Swinkels werpt vanuit zijn deskundigheid als psychiater en wetenschapper een blik op de bestaande kennis over suïcide en geeft aanwijzingen die kunnen bijdragen aan het voorkomen ervan. Ook zijn adressen van hulpinstanties opgenomen.
Een indringend boek, dat het taboe rond zelfmoord poogt te doorbreken.
Monique Janssens studeerde communicatie en ethiek, en werkt als zelfstandig journalist en communicatieadviseur. Jan Swinkels is psychiater en hoogleraar richtlijnontwikkeling in de gezondheidszorg en werkzaam in het AMC bij het academisch zorgprogramma stemmingsstoornissen.
Suicides (jaarlijks in Nederland ongeveer 1500) en suicidepogingen (zeker tien maal zoveel) zorgen voor onnoemelijk veel leed. Voor goede preventie is inzicht in de beweegredenen wezenlijk. Dit boek bevat zestien interviews met Nederlanders die ooit poogden een eind aan hun leven te maken, met daarbij belangrijke achtergrondinformatie en preventie- en omgangsadviezen. De interviewster is journaliste en communicatieadviseur, de andere auteur is psychiater. Oud-minister Els Borst beveelt dit boek aan. De interviews geven een uniek, waarheidsgetrouw en helder beeld van waar en waardoor het 'mis' ging en hoe met goede hulp en ondersteuning een weg werd gevonden om verder te leven - dat is 'het tweede leven' uit de titel. Wat deze mensen toen zelf dachten, misten en meemaakten en hun huidige kijk erop. Qua doel vergelijkbaar, maar toepasselijker en aansprekender dan het Duitse afscheidsbrievenboek van Udo Grashoff, 'Ik sluit nu maar af' (2006)*. Toegankelijk, bijzonder belangrijk en nuttig voor professionals, leken en gespreksgroepen.
vertrouwen...................................................waarin en in wie dan nog? iedereen leeft voorzichzelf al zeggen ze van niet.
Maak jouw eigen website met JouwWeb